In de kerkenraad is meerdere malen gesproken over onze wijze van gedenken van overleden gemeenteleden.
Tot dusver was het de gewoonte op drie momenten, op drie zondagen, in het jaar overleden gemeenteleden voor God en mensen te herdenken:
- Op de eerste zondag nadat een gemeentelid is overleden.
- Op de zondag een week later. O.a. door het zingen van een lied uit de afscheidsdienst.
- Op de laatste zondag van het kerkelijk jaar, eeuwigheidszondag, door het noemen van de namen van alle overleden gemeenteleden en door een kaars voor hen te ontsteken.
Op andere zondagen gedurende het jaar was er weinig aandacht voor onze geliefde overledenen. De kerkenraad wilde dit graag veranderen. Het lijkt ons mooi en goed als we als gemeente op meerdere momenten door het jaar heen kunnen stilstaan bij onze geliefde overledenen. Door middel van een stilte- en gedachtenisplek waar iedereen voor of na de dienst even stil kan zijn.
In de dienst van 12 januari 2014 hebben we de stilteplek in een nis in het liturgisch centrum in gebruik genomen. In de nis is een schaal geplaatst, bestaande uit twee handen, symboliserend de handen van God. Naast de schaal staat een brandende kaars. Verwijzend naar het licht van Christus sterker dan de dood.
Als er iemand overlijdt, dan wordt er een gedachtenissteen gemaakt met daarop de naam van de overledene en de overlijdensdatum. Deze wordt op de zondag na de afscheidsdienst in de schaal bestaande uit de twee handen gelegd. Daarmee maken we zichtbaar dat we onze geliefde overledene in de handen van God geborgen mogen weten. In de vorm van de gedachtenissteen zal de overledene elke zondag in ons midden zijn tot eeuwigheidzondag. Op eeuwigheidzondag wordt de steen aan de familie meegegeven.